1 Corinthians 15:51

157) ene verborgenheid:

Dat is, ene zaak, die alle mensen, ook de profeten en apostelen tot nog toe onbekend is geweest.

158) Wij zullen wel niet allen

Namelijk mensen die alsdan zullen leven; 1 Thess. 4:17. Want de dag der toekomst van Christus is onzeker.

1Th 4.17

159) ontslapen,

Dat is, sterven; hetwelk niet strijd met hetgeen staat Hebr. 9:27. Want aldaar wordt gesproken van de gewone wet der natuur, en niet van hetgeen in het laatst van de wereld God aan sommigen zal willen doen. Ook zal deze verandering denzulken wezen in plaats van den dood.

Heb 9.27

160) veranderd worden;

Dat is, van sterflijk onsterflijk worden. Hetwelk niet alleen den gelovigen zal geschieden, maar ook den ongelovigen, doch tot verscheiden doeleinden; dezen om den eeuwigen dood onderworpen te zijn, en genen om de eeuwige gelukzaligheid te genieten; en ook op verscheidene wijzen: der gelovigen lichamen bekleed met heerlijkheid, en die der ongelovigen met smaadheid; Dan. 12:2; Joh. 5:29. En deze verandering zal geschieden niet in het wezen der lichamen, maar in hunne hoedanigheden, 1 Cor. 15:48.

Da 12.2 Joh 5.29 1Co 15.48

Philippians 3:20-21

84) onze wandel

Of, burgerschap, dat is, burgerlijke verkering en wijze van leven der rechte Christenen. Zie Filipp. 1:27.

Php 1.27

85) is in de hemelen,

Dat is, zodanig, dat zij altijd trachten niet naar aardse dingen, maar naar hemelse, en naar de heerlijkheid, die in de hemelen is weggelegd. Zie Col. 3:1,2.

Col 3.1,2

86) waaruit wij

Grieks uit welke; namelijk plaats der hemelen. Zie dergelijke Matth. 2:9.

Mt 2.9

87) verwachten,

Namelijk om te komen oordelen de levenden en de doden; Hand. 1:11.

Ac 1.11
88) vernederd lichaam

Grieks het lichaam onzer vernedering, of, ons lichaam der vernedering; dat is, dit ons sterflijk en verderflijk lichaam.

89) veranderen zal,

Het Griekse woord betekent in gedaante of hoedanigheid veranderen. Zie 1 Cor. 15:52, enz.

1Co 15.52

90) gelijkvormig worde

Namelijk in onverderflijkheid, onsterflijkheid en andere geestelijke eigenschappen. Zie 1 Cor. 15:48,49.

1Co 15.48,49

91) Zijn heerlijk lichaam,

Grieks het lichaam Zijner heerlijkheid, of Zijn lichaam der heerlijkheid, namelijk hetwelk Hij na Zijne opstanding, en nu nog in den hemel heeft.

92) naar de werking,

Dat is, naar Zijn goddelijke en alvermogende kracht, waardoor Hij alles vermag, en derhalve ook de opwekking en verandering onzer lichamen teweeg kan brengen.

Copyright information for DutKant