1 Corinthians 3:7

13) iets, noch

Te achten of te roemen; hetwelk alzo niet is te verstaan, alsof Paulus de dienaars wilde geacht hebben [want 1 Cor. 4:1 zal hij het tegendeel zeggen]; maar omdat niemand zich op de gaven der dienaren, wie zij ook zijn, alzo moet vergapen, dat hij hun de eer zou geven, die den oppersten auteur van dit werk toekomt; alzo het God is die hen stelt, die hun bekwame gaven geeft, en door hun arbeid krachtig is in de harten der mensen; 1 Cor. 3:5, en 1 Cor. 12:6; Gal. 3:5.

1Co 4.1 3.5 12.6 Ga 3.5

2 Corinthians 5:19

48) Want God

Of, hoe dat God, enz.

49) de wereld met

Dat is, de uitverkorenen en gelovigen door de gehele wereld, gelijk Joh. 6:33,51.

Joh 6.33,51

50) in ons gelegd.

Dat is, ons toebetrouwd, om het in Zijnen naam te verkondigen.

Copyright information for DutKant