1 Corinthians 5:6

12) Uw roem is niet

Namelijk waarmede gij roemt alsof gij en uwe gemeente geheel volmaakt ware.

13) een weinig

Gr. een kleine zuurdesem. Met deze gelijkenis verklaart de apostel dat een ergerlijk mens als hij niet gestraft wordt in de gemeente, anderen lichtelijk tot navolging trekt.

2 Corinthians 9:6

11) in zegeningen zaait,

Dat is, vrijwillig en mild, gelijk in 2 Cor. 9:5. Versta altijd, naar dat iemand heeft, gelijk 2 Cor. 8:12.

2Co 9.5 8.12

12) maaien.

Dat is, van God overvloedige vergelding ontvangen; Gal. 6:9.

Ga 6.9

Galatians 3:24-25

106) onze

Namelijk de Joden, die onder de wet waren.

107) tuchtmeester geweest

Grieks Paedagoges; hetwelk betekent een die de kinderen ter school leidt, onderwijst en tuchtigt. Zo vergelijkt hij dan de Joden onder de wet bij kinderen, en de gelovige Christenen bij volwassenen, die geen tuchtmeester meer van node hebben.

108) tot Christus,

Dat is, om ons te leiden tot Christus. Hetwelk de wet der zeden doet, als zij ons van zonde overtuigt en den vloek verkondigt, en derhalve ons toont dat wij dan, om behouden te worden, onze toevlucht tot Christus moeten nemen, die ons van de zonde en den vloek verlost heeft; en de wet der ceremoni‰n, dewijl deze de mensen niet alleen overtuigde van hunne zonden, maar ook voorbeelden en afbeeldingen van Christus en Zijne weldaden waren, 1 Cor. 5:7; Col. 2:17, en leerden dat hetgeen door dezelve afgebeeld was, in Christus alleen te vinden is;; Hebr. 9:10,11, enz.

1Co 5.7 Col 2.17 Heb 9.10,11

109) uit het geloof

Dat is, door de verdiensten van Christus met waar geloof van ons aangenomen, en ons van God uit genade toegerekend.

110) het geloof gekomen is,

Dat is, Christus, op wien het geloof ziet, gelijk Gal. 3:23.

Ga 3.23

111) niet meer onder

Overmits dezelve deze zijn dienst nu volbracht heeft, en wij nu tot mannelijken ouderdom zijn gekomen; Ef. 4:13.

Eph 4.13
Copyright information for DutKant