1 John 4:5-6

21) Zij zijn uit

Namelijk de valse leraars.

22) zij uit de wereld,

Dat is, dingen die uit de wereld zijn, en die met het verstand der onwedergeboren mensen of ook met hunne wereldse lusten overeenkomen.

23) de wereld

Dat is, de wereldse en onwedergeboren mensen, gelijk 1 Joh. 3:13.

1Jo 3.13

24) hoort hen.

Dat is, neemt hun valse leer aan.

25) Wij zijn

Namelijk apostelen, en die met ons enerlei leer voorstellen.

26) uit God.

Dat is, niet alleen door den Geest Gods wedergeboren en verlicht met de kennis der waarheid; maar ook door Hem geroepen om Zijn goddelijke waarheid en mensen zuiver te prediken.

27) kent,

Namelijk recht, gelijk Hij zich in Zijn Woord geopenbaard heeft.

28) hoort ons;

Dat is, neemt onze leer aan, gelijk tevoren.

29) Hieruit kennen wij

Namelijk als men ons hoort of niet hoort.

30) den geest der waarheid,

Namelijk als men ons hoort en onze leer aanneemt.

31) den geest der dwaling.

Namelijk als men ons niet hoort. Zodat uit de leer en schriften der apostelen [gelijk ook der profeten en Evangelisten] moet geoordeeld worden omtrent waarheid of dwaling in de leer.

Copyright information for DutKant