1 Kings 2:33

59) bloed

Hebreeuws, bloeden. Het woord bloed wordt gesteld in het getal van velen, niet alleen omdat Joab twee mannen vermoord had, maar omdat dikwijls dit woord, alzo gesteld zijnde, betekent de schuld en straf des doods, die de doodslagers over zich brengen, Exod. 22:2,3; Ps. 51:16, hoewel somtijds ook in het enkel getal, Gen. 42:22.

Ex 22.2,3 Ps 51.14 Ge 42.22

60) in eeuwigheid;

Dat is, een lange tijd, zolang als Joabs vaderlijk huis duren zal. Zie 2 Sam. 3:29, en vergelijk boven, 1 Kon. 1:31, en de aantekeningen.

2Sa 3.29 1Ki 1.31

61) eeuwigheid.

Versta ten aanzien van den uiterlijken welstand een langen tijd, gelijk recht tevoren, en ten aanzien van den geestelijken in Christus, een tijd zonder einde.

Joel 2:12

40) tot Mij met uw ganse hart,

Hebr. tot mij toe; gelijk enigen dit nemen. Alzo wordt het Hebr. woord in deze zaak ook gebruikt; Deut. 4:30; Klaagl. 3:40; Hos. 14:2; Amos 4:6,8,9,11, betekenende [gelijk sommigen verstaan] dat God niet tevreden is met een schijn, of vliegende gedachte en een los opzet, of half hart, maar dat Hij wil hebben een oprechte afkering van het kwade en bekering tot Hem en het goede, geenzins tot afgoden of andere ijdelheden. En alzo zouden de volgende woorden, idem het scheuren der harten, en met uw ganse hart, dienen tot verklaring van den nadruk van dit woord; verg. Hos. 6:4, en hos. 7:16 met de aantekening. Doch anderen nemen het slechts voor een woord tot.

De 4.30 La 3.40 Ho 14.1 Am 4.6,8,9,11 Ho 6.4 7.16

41) en dat met vasten en met geween, en met rouwklage.

Alzo wordt de Hebr. letter Vau ook elders gebruikt, voor en dat, of zelfs. Zie Jer. 17:10, en onder Jo‰l. 2:32.

Jer 17.10 Joe 2.32
Copyright information for DutKant