1 Kings 20:35

55) zonen

Welke waren jonge lieden, onderricht door de profeten in de ware leer, bestuurd tot den zuiveren godsdienst, en vermaand tot de oprechtheid des levens. Zij hadden hun collegi‰n, in welke de profeten waren als hunne kinderen; gelijk zij ook zo genoemd worden 1 Kon. 20:35, 1 Sam. 10:12; 2 Kon. 2:3,5, en Jes. 8:18. Vergelijk Richt. 17:10.

1Ki 20.35 1Sa 10.12 2Ki 2.3,5 Isa 8.18 Jud 17.10

56) door het woord

Dat is, door Gods bevel, hetwelk hij dezen zijnen naaste te kennen gaf.

57) Sla mij toch.

Het woor slaan betekent hier niet doden, gelijk in 1 Kon. 20:36, maar smijten, als met vuisten, stokken, touwen, enz., zonder dat de dood daarna volgt, gelijk Exod. 21:15,18; Spreuk. 23:13, en onder, 1 Kon. 20:37.

1Ki 20.36 Ex 21.15,18 Pr 23.13 1Ki 20.37

58) weigerde hem

Waarin hij kwalijk deed, dewijl hij verstaan had dat zulks van God bevolen was.

Copyright information for DutKant