1 Kings 8:28-30

51) van Uw knecht,

Dat is, tot mijn gebed.

52) ogen

Menselijkerwijze van God gesproken, wiens ogen gezegd worden open te zijn over de zijnen, als Hij zich over hen ontfermt, hen verhoort en hun goeddoet. Vergelijk onder, 1 Kon. 8:52, en Ps. 33:18, en Ps. 34:16; Zach. 12:4.

1Ki 8.52 Ps 33.18 34.15 Zec 12.4

53) Mijn Naam

Zie boven, 1 Kon. 8:16.

1Ki 8.16

54) in deze plaats.

Anders, naar deze plaats; te weten, zich wendende naar dit huis, en ziende op de beloften van uw tegenwoordigheid; zie Dan. 6:11.

Da 6.10
55) die in deze plaats

Anders, dewelke zij, enz.

1 Kings 8:52

87) ogen open

Zie boven, 1 Kon. 8:29.

1Ki 8.29
Copyright information for DutKant