1 Kings 9:20-21

36) verbannen,

Zie Deut. 2:34.

De 2.34

37) op slaafsen uitschot

Dat is, hij schatte hem als lijfeigenen. Zij woonden onder de Isra‰lieten, en worden genaamd de slaven, of knechten van Salomo, Ezra 2:55; Neh. 7:57, omdat Salomo de ordinantie aangaande deze slaven gemaakt had. Deze hebben zich eerst moeten begeven tot de ware religie, anders zou Salomo hun deze weldaad niet hebben mogen doen, Deut. 7:2. Van het woord uitschot, zie ook boven, 1 Kon. 5:13.

Ezr 2.55 Ne 7.57 De 7.2 1Ki 5.13
Copyright information for DutKant