1 Peter 4:1-2

1) in het vlees

Dat is, in zijn menselijke natuur, gelijk 1 Petr. 3:18.

1Pe 3.18

2) geleden heeft, zo

Namelijk tot verzoening en wegneming onzer zonden.

3) wapent u ook met

Dat is, sterkt u, namelijk tegen alle aanvechtingen en verleidingen des vleses, des duivels en der wereld.

4) wie in het vlees geleden heeft,

Dat is, wie der zonde gestorven is of wie zijn vlees en verdorven natuur gekruisigd en gedood heeft; zodat het woord vlees en het woord lijden hier anders worden genomen dan in de voorgaande woorden, door een wijze van spreken bij de Grieken genoemd Antanaclasis, die in de Schrift zeer gebruikelijk is.

5) opgehouden van de zonde;

Namelijk om die voortaan niet meer te dienen. Zie hiervan breder Rom. 6:3, enz.; gelijk ook 1 Petr. 4:2 verklaart.

Ro 6.3 1Pe 4.2
6) der mensen, maar

Dat is, der natuurlijke en onwedergeboren mensen. Zie Ef. 2:3.

Eph 2.3

7) die overig is in

Namelijk na onzen doop en bekering.

Copyright information for DutKant