1 Samuel 24:12

21) Zie toch, mijn vader,

Met deze lieflijke aanspraak zoekt hij Saul te bewegen, dat hij afstand zou doen van zijn kwaad voornemen.

22) dat er in mijn hand geen kwaad,

Dat is, dat ik tegen uw persoon niets kwaads heb bedacht, of voorgenomen met mijn hand te doen.

23) jaagt gij mijn ziel,

Te weten, gelijk de jagers het wild naspeuren, hetzelve najagende door bossen en op het veld, op bergen en in dal. Zie boven, 1 Sam. 24:3, en 1 Sam. 26:20.

1Sa 24.2 26.20

2 Timothy 4:14

52) Alexander,

Van dezen, zie 1 Tim. 1:20.

1Ti 1.20

53) de kopersmid, heeft mij

Of, koperslager.

54) veel kwaads betoond;

Namelijk met lasteren en de gezonde leer tegen te staan, gelijk verklaard wordt 2 Tim. 4:15.

2Ti 4.15

55) de Heere vergelde

Dit is geen vervloeking uit een wraakgierig hart voortgekomen, tegen de leer van Christus, Matth. 5:44, en ook van Paulus zelf, Rom. 12:14, maar ook profetische dreiging uit een Goddelijken ijver tot Gods eer en ingeven des Heiligen Geestes, van de straf die hem genakende was, daar hij zich betoonde gans onbekeerlijk en verhard te zijn. Zie dergelijke Neh. 4:4, enz.; Ps. 5:11.

Mt 5.44 Ro 12.14 Ne 4.4 Ps 5.10
Copyright information for DutKant