1 Samuel 9:8

16) vindt zich in mijn hand

Dat is, ik heb in mijn hand. Alzo staat er 1 Petr. 2:22: Er is geen bedrog in zijn mond gevonden; dat is, er was geen bedrog in zijn mond. Zie Jes. 53:9.

1Pe 2.22 Isa 53.9

17) zilveren sikkels;

Van de waarde des sikkels zie de aantekeningen Gen. 20:16. Het vierendeel van een zilveren sikkel was niet veel meer dan drie stuivers. Zodat er in deze verering meer werd gezien op het dankbaar gemoed dan op de waardigheid des geschenks.

Ge 20.16

2 Samuel 8:10

20) Joram

Hadoram genoemd, 1 Kron. 18:10.

1Ch 18.10

21) welstand,

Hebreeuws, naar vrede; dat is, om hem vriendelijk te begroeten. Zie Gen. 43:27.

Ge 43.27

22) zegenen,

Hem te begroeten en geluk te wensen vanwege de verkregen victorie, dat is [gelijk men zegt] te congratuleren.

23) voerde steeds krijg tegen Thoi;

Hebreeuws, was een man der krijgen van Tho‹; dat is, hij deed hem steeds den oorlog aan, was zijn vijand en tegenstrijder, die hem niet ongekweld liet. Zie Gen. 9:20, en vergelijk Richt. 12:2; onder 2 Sam. 18:20, en 2 Kron. 35:21; Ps. 41:10.

Ge 9.20 Jud 12.2 2Sa 18.20 2Ch 35.21 Ps 41.9

24) zijn hand

Dit is, Joram, de zoon van Tho‹, had deze geschenken bij zich, onder zijn handen, gelijk men zegt. Zie gelijke manier van spreken 1 Sam. 9:8; 2 Kon. 5:5, enz.

1Sa 9.8 2Ki 5.5

1 Kings 14:3

4) neem

Te weten, tot een geschenk voor den profeet, welk gebruik dan bij velen was, niet om den dienst der profeten te belonen, maar hun personen te vereren. Zie Richt. 13:17; 1 Sam. 9:7,8; 2 Kon. 5:15, en 2 Kon. 8:8.

Jud 13.17 1Sa 9.7,8 2Ki 5.15 8.8

5) koeken,

Hebreeuws, stipkoeken; in welke enige stipjes, tekens, of merken ter versiering ingeprent waren. Anders, kranselingen, of beschuit.

6) kruik honig,

Of, fles.

7) wat dezen jongen

Dat is, of hij van deze ziekte bekomen of sterven zal.

2 Kings 8:8

9) Neem een geschenk

Zie 1 Kon. 14:3.

1Ki 14.3

10) in uw hand,

Dat is, met u. Zie boven, 2 Kon. 5:5. Alzo in 2 Kon. 8:9.

2Ki 5.5 8.9

11) genezen?

Hebreeuws, leven. Alzo Num. 21:8, en Joz. 5:8, en onder, 2 Kon. 8:9,10,14; Joh. 4:50.

Nu 21.8 Jos 5.8 2Ki 8.9,10,14 Joh 4.50
Copyright information for DutKant