2 Chronicles 27:3

5) bouwde

Dat is, vernieuwde, vermaakte, sterkte, beterde. Vergelijk boven, 2 Kron. 11:5, en de aantekening.

2Ch 11.5

6) de hoge poorten

Zie 2 Kon. 15:35.

2Ki 15.35

7) van Ofel.

Versta, een deel van de muren van Jeruzalem, zo genoemd omdat het op een heuvel of hoogte stond. Zie onder, 2 Kron. 33:14, en Neh. 3:26, en Neh. 11:21.

2Ch 33.14 Ne 3.26 11.21

Nehemiah 3:26

46) Nethinim

Zie Ezra 2:48.

Ezr 2.48

47) Ofel

Of, op de hoogte; zie 2 Kron. 27:3, en 2 Kron. 33:14.

2Ch 27.3 33.14

48) tot

Hierop kan men verstaan, verbeterden.

Nehemiah 11:21

19) Ofel;

Gelijk boven, Neh. 3:26.

Ne 3.26

Isaiah 33:14

49) De zondaren

Dat is, de goddelozen onder de Joden, die alle vermaningen veracht hebben.

50) te Sion

Dat is, te Jeruzalem.

51) zijn verschrikt;

Te weten als Ik hen door de Assyri‰rs bezocht heb, die zich niet verschrikten als Ik hen door den profeet Jesaja gedreigd heb; zie 2 Kon. 18:37; en 2 Kon. 19:14.

2Ki 18.37 19.14

52) bij een verterend

Dat is, bij God, als Hij vertoornd is. Zie Deut. 4:24, en Deut. 9:3; Hebr. 12:29. Sommigen nemen deze woorden als gesproken zijnde door den profeet. Vergelijk Ps. 15:1.

De 4.24 9.3 Heb 12.29 Ps 15.1
Copyright information for DutKant