2 Chronicles 32:25

48) deed gene

Dat is, hij gedroeg zich niet tegen den Heere gelijk het betaamde, die hem zoveel weldaden had gedaan, opdat hij zich in alle ootmoedigheid gedragen zou onder zijn hand, niet opdat hij zich door hoogmoed opsteken zou, gelijk hij deed met al zijn schatten den gezanten van Babel te vertonen.

49) toornigheid.

Te weten, des Heeren; versta, de inneming van de stad Jeruzalem en de Babylonische gevangenis, die God, naar zijn rechtvaardige gramschap, over de Joden heeft laten komen, 2 Kon. 20:17,18.

2Ki 20.17,18
Copyright information for DutKant