2 Corinthians 3:4-5

12) zodanig een vertrouwen

Namelijk van de kracht en van de vruchten van onzen dienst onder u.

13) van onszelven bekwaam

Dat is, door onze eigen wijsheid of natuurlijke scherpzinnigheid.

14) te denken als uit

Of, te bedenken; namelijk dat bekwaam zou zijn om de harten van de mensen te bekeren, of om ons en anderen tot zaligheid te brengen. Zie Joh. 15:4,5; Filipp. 2:13.

Joh 15.4,5 Php 2.13

2 Thessalonians 1:5

7) Een

Dat is, hetwelk een bewijs is, dat Gods rechtvaardig oordeel eens over de wereld zal komen, daar de vromen hier moeten lijden, en de goddelozen de overhand hebben. Zie ook Filipp. 1:28.

Php 1.28

8) waardig

Of, waardig gemaakt; namelijk van God uit genade, gelijk 2 Thess. 1:11 wordt verklaard, en hiervoor Col. 1:12. Niet omdat de verdraagzaamheid der vervolgingen zulks in zichzelf waardig is, of verdient want dit ontkent de apostel uitdrukkelijk, Rom. 8:18; maar omdat God Zijn kinderen in Christus dit koninkrijk genadig waardig acht of maakt, als die in het lijden van Christus gelijk gemaakt worden, opdat zij ook daarna in Zijne heerlijkheid Hem gelijk mogen worden; Rom. 8:17; 2 Tim. 2:12; Openb. 3:21.

2Th 1.11 Col 1.12 Ro 8.18,17 2Ti 2.12 Re 3.21

2 Thessalonians 1:11

20) waardig

Of, waardig maken. Zie 2 Thess. 1:5.

2Th 1.5

21) der roeping

Dat is, der heerlijkheid, waartoe gij geroepen zijt; want zij waren tevoren al krachtig tot het geloof geroepen en gebracht.

22) het welbehagen

Dat is, al hetgeen Hij naar Zijn welbehagen en goedheid over u heeft besloten. Zie Matth. 25:34, enz.; Luk. 12:32.

Mt 25.34 Lu 12.32

23) het werk

Dat is, het geloof, dat Hij in u gewrocht heeft; Filipp. 1:6; 1 Thess. 1:3.

Php 1.6 1Th 1.3

24) met

Dat is, krachtig, of door Zijne kracht.

Hebrews 13:21

48) volmake u in alle goed werk,

Of bereide u, make u bekwaam in alle goede werken; dat is, volbrenge in u hetgeen daar nog zou ontbreken, gelijk het Griekse woord eigenlijk beduidt.

49) werkende in u,

Grieks makende in u; namelijk door Zijnen Heiligen Geest. Zie Filipp. 2:13.

Php 2.13

50) Denwelken zij de heerlijkheid

Namelijk Christus Jezus. Deze lof wordt niemand dan den waren en eeuwigen God in Gods Woord immer gegeven.

51) in alle eeuwigheid.

Grieks in eeuwigheden eeuwigheden.

Copyright information for DutKant