2 Timothy 1:5

10) Als ik mij in gedachtenis

Grieks gedachtenis nemende van uw geloof.

11) ongeveinsd geloof,

Dit wist de apostel uit menigvuldige ervaring zijner oprechtheid.

12) gewoond heeft in uw

Dat is, altijd en gedurig in haar is geweest, en gelijk als een vaste woonstede in haar hart genomen had.

13) grootmoeder Lois,

Namelijk vanwege uwe moeder. Want zijn vader was van Griekse of heidense afkomst en godsdienst. Zie Hand. 16:1.

Ac 16.1

14) Eunice; en

Die een gelovige Joodse vrouw wordt genoemd; Hand. 16:1.

Ac 16.1

15) ik ben verzekerd,

Namelijk door al de overvloedige betoningen van de oprechtheid uws geloofs, die niet toelaten enigszins daaraan te twijfelen.

Copyright information for DutKant