Acts 2:46

96) van huis tot

Dat is, in de huizen, nu in het ene, dan in het andere.

97) brood brekende,

Zie Hand. 2:42.

Ac 2.42

98) aten zij te

Namelijk elkeen zijn deel toebrengende, om zich alzo matig met elkander te verheugen en onderling te stichten. Grieksn namen zij tezamen voedsel.

Acts 20:20

42) achtergehouden

Grieks onttogen; dat is verzwegen, •f door vrees van mensen, •f om gewins wil; 1 Thess. 2:3,4.

1Th 2.3,4

43) bij de huizen.

Dat is, in het bijzonder.

Copyright information for DutKant