Acts 22:3
3) aan de voeten Dat is, onder de onderwijzing en het opzicht van dien vermaarden wetgeleerde Gamalil, van wiens aanzien onder het volk getuigd wordt Hand. 5:34. En is deze wijze van spreken hiervan genomen, dat de leraars hoger in verheven stoelen of zetels zaten, en de discipelen op lager banken voor hunne voeten, gelijk ook van Maria gezegd wordt, Luk. 10:39. Ac 5.34 Lu 10.39 4) de bescheidenste Of, naar de scherpste. Grieks naar de scherpigheid; dat is, de Farizese, die van de Joden voor de beste en scherpste onderhoudster der wet gehouden werd. Zie Hand. 26:5; Filipp. 3:5. Ac 26.5 Php 3.5 5) een ijveraar Dat is, een ijveraar van de wet Gods; doch zonder verstand, gelijk Paulus daarbij voegt, Rom. 10:2. Ro 10.2
Copyright information for
DutKant