Acts 23:1

1) met alle goed

Namelijk niet alleen in het Christendom, maar ook in het Jodendom, want hij had toen ook God oprecht zonder geveinsdheid gediend, naar de kennis die hij had, hoewel hij de Christenen daarna uit onverstand had vervolgd. Zie verder 2 Tim. 1:3.

2Ti 1.3

2) voor God gewandeld

Of, God gediend. Het Griekse woord betekent eigenlijk in enige stad als een goede overheid, of als een goed burger zich gedragen. Zie ook Filipp. 1:27, en Filipp. 3:20.

Php 1.27 3.20

1 Corinthians 4:4

5) geen ding bewust;

Namelijk wat aangaat het trouwelijk bedienen mijns apostelschaps; daarin heb ik een goede conscientie; want hiervan alleen spreekt de apostel.

6) daardoor niet

Namelijk voor God, of in Gods gericht; gelijk David ook spreekt Ps. 143:2, en Paulus Gal. 2:16. Want iets anders is het, een goede conscientie te hebben in zijn doen voor God, tot zijn eigen troost, 1 Joh. 3:21, en iets anders door zijn doen voor God rechtvaardig te zijn. Het eerste toont de naarstigheid en oprechtheid van zijn doen, die David ook dikmaals in zijne psalmen betuigt; het andere ene volmaaktheid zonder gebreken, die Paulus, gelijk ook David, in zichzelven niet vond; Ps. 19:13; Filipp. 3:12,13, enz.

Ps 143.2 Ga 2.16 1Jo 3.21 Ps 19.12 Php 3.12,13

7) die mij oordeelt

Namelijk als opperste rechter, niet alleen in de uitwendige zaak mijner bediening, maar ook mijner conscientie, waarvan de Heere Christus alleen de rechter is, die daarvan metterdaad ten uitersten dage zal richten, gelijk het volgende vers 1 Cor. 4:5 verklaart.

1Co 4.1,5

2 Corinthians 1:12

21) onze roem is deze,

Alzo spreekt de apostel om tevoorkomen de lasteringen der valse apostelen, die den apostel zochten verdacht te maken van ongestadigheid in zijne beloften, en van lichtvaardigheid in zijn gehelen handel, omdat hij volgens zijne toezegging, in het einde van den voorgaanden zendbrief nog tot hen niet was overgekomen.

22) oprechtheid Gods,

Dat is, die God van ons eist, en waarvan God getuige is.

23) vleselijke wijsheid,

Dat is, bedriegelijke, gelijk de vleselijke mensen plachten te gebruiken, en onder die ook de valse apostelen, om anderen te misleiden en hun eigen eer en voordeel te bevorderen.

24) in de genade Gods,

Dat is, in de kracht en oprechte wijsheid, die God uit genade mededeelt.

25) allermeest bij ulieden.

Gr. overvloediglijker. Dit zegt Paulus, niet alsof hij elders minder oprecht geweest ware, maar ten aanzien van den langen tijd, dien hij onder hen meer dan in andere gemeenten verkeerd had; Hand. 18:11.

Ac 18.11
Copyright information for DutKant