Deuteronomy 16:4-6

9) poorten,

Dat is, binnen een uwer steden of woonplaatsen.

10) aan de plaats,

Anders, [reizende] naar de plaats, enz., aldaar zult gij, enz.

11) zon ondergaat,

Zie Exod. 12:6; 2 Kron. 35:14.

Ex 12.6 2Ch 35.14

12) ter bestemder tijd

Dat is, juist, of even op dien tijd, toen gij uit Egypte uittoogt, op den veertienden dag der maand Abib; Exod. 13:3,4.

Ex 13.3,4
Copyright information for DutKant