Deuteronomy 20:1
28) ziel om ziel, Dat is, leven om leven. 29) oog om oog, Zie Lev. 24:20. Le 24.20Joshua 1:5
2 Chronicles 14:12-14
22) Gerar toe; Zie van deze stad, Gen. 20:1. Ge 20.1 23) hervatting was; Hebreeuws, geen levendmaking, of levendheid, dat is, geen kracht om zichzelven weder op te helpen en bijeen te vergaderen, dat zij den slag zouden hebben mogen hervatten. Alzo wordt gezegd: En Joab maakte het overige der stad levend, 1 Kron. 11:8, zie de aantekening aldaar. 1Ch 11.8 24) zij droegen Namelijk, die van Juda. 25) de verschrikking Dat is, een zeer grote verschrikking van God toegezonden. Vergelijk Gen. 35:5, en zie de aantekening daarop. Alzo onder, 2 Kron. 17:10, en 2 Kron. 20:29. Ge 35.5 2Ch 17.10 20.29Psalms 118:6
5) bij mij, Of, met mij, of voor mij; dat is, gelijk het de apostel, Hebr. 13:6, verklaart: de Heere is mijn helper. Alzo ook onder Ps. 118:7, en Ps. 56:5,12. Heb 13.6 Ps 118.7 56.4,11 6) ik zal niet vrezen; Te weten, voor mijne vijanden. 7) een mens mij doen? Te weten, een zwak creatuur, geenzins met God te vergelijken.Jeremiah 20:11
30) zij zijn zeer beschaamd Profetischerwijze van het toekomende gesproken: zij zullen zekerlijk beschaamd worden; waarover de profeet zich door het geloof alzo verheugt, gelijk te zien is Jer. 20:13. Verhalende ondertussen hoe hij aan de andere zijde is bestreden door de zwakheid des vleses. Jer 20.13 31) verstandiglijk Vergelijk boven Jer. 10:21. Of, omdat zij niet gelukkig, of voorspoedig zijn geweest, of zullen zijn; omdat hunne aanslagen zullen feilen. Jer 10.21 32) eeuwige schande Of, een eeuwige schande! als een afgebroken rede, verwonderenderwijze.
Copyright information for
DutKant