Deuteronomy 24:1
1) iets schandelijks Hebreeuws, naaktheid, of schandelijkheid eens dings. Versta, al zulke dingen, waardoor de man mishagen aan haar neemt, uitgenomen hoererij. 2) dat hij haar Anders, en hij haar een scheidbrief geschreven en in haar hand gegeven, en uit zijn huis verlaten zal hebben; en alzo voorts tot Deut. 24:4 toe. De 24.4 3) scheidbrief zal schrijven, Hebreeuws, een brief, of, boekje daarvan, of, uitsnijding; omdat de band des huwelijks daarmede als in tween gesneden en de gehuwden ganselijk vaneen gescheiden werden. Zie de verklaring van onzen Heere Jezus Christus over deze wet Matth. 19:3, enz. Mt 19.3
Copyright information for
DutKant