Deuteronomy 3:4

2) landstreek van Argob,

Hebreeuws, koord, of, touw, snoer; gelijk ook onder, Deut. 3:13, omdat men de landen in dien tijd met koorden gewoon was af te meten en uit te delen.

De 3.13

Zephaniah 2:6-7

19) de landstreek der zee

Te weten, het lande der Filistijnen, aan de zee gelegen.

20) uitgegraven putten

Welke de herders in de dorre heiden graven, om water daarin te vergaderen. De profeet wil in dit vers te kennen geven dat die grote schone kastelen en gebouwen, die daar in die landstreken plachten te staan, zullen afgebroken en verwoest worden, en dat er in plaats daarvan niet dan hutten der herders zullen staan, en in plaats van rijke voortreffelijke personen, schaapherders en andere gewone lieden wonen zullen, die daar hunne huisjes en hutjes zullen opslaan, om voor een tijdlang te verblijven.

21) de landstreek

Dit kan wel enigermate aldus verstaan worden, dat de Joden wederkerende uit de Babylonische gevangenschap, het land der Filistijnen, hetwelk zij ledig en woest zullen vinden, innemen en bezitten zullen; maar voornamelijk is het geestelijkerwijze te verstaan, alzo namelijk dat de Filistijnen en andere nati‰n der heidenen zich ten tijde van Christus het volk Gods zouden onderwerpen, en der gemeente van Christus zouden ingelijfd worden. Zie Jes. 11:14.

Isa 11.14

22) dat zij daarin weiden;

Dat is, zij zullen aldaar hunne weide en woning hebben, gelijk de schapen des nachts hunne rust in hunne stallen hebben. Anderen verstaan het aldus, dat de Joden Christus aangenomen hebbende, de Filistijnen en anderen het Evangelie zullen prediken, want dat heet ook weiden, gelijk te zien is Joh. 10, en Joh. 21:15,16,17, en dit is inderdaad alzo geschied, als Gaza, Azotes en de omliggende plaatsen, door de predikatie der apostelen tot Christus zijn bekeerd geworden; Hand. 8:26,40, en Hand. 9:32,35,36. Verg. Obad. 1:18,19,20.

Joh 21.15,16,17 Ac 8.26,40 9.32,35,36 Ob 1.18,19,20

23) des avonds

De zin is: Daar zal alsdan zulk een rust en vrede tussen hen wezen, dat zelfs des avonds en bij nacht, wanneer gemeenlijk de een voor de ander bevreesd is, elk gerustelijk zal wonen en omgaan.

24) als de HEERE,

Of, want de Heere hun God zal hen bezoeken, en, enz.

25) bezocht,

Te weten, met genade, gelijk Ps. 8:5. Eerst hen uit de Babylonische gevangenschap verlossende, daarna uit de gevangenschap van den satan, als Christus, geleden hebbende en uit de doden opstaande, ten hemel zal gevaren zijn en de menigte der gevangenen gevangen zal genomen hebben; Ef. 4:8.

Ps 8.4 Eph 4.8
Copyright information for DutKant