Deuteronomy 4:20

18) ijzeroven, uit Egypte,

Versta, een smeltoven, of smeltketel, waarin men ijzer smelt. Zie 1 Kon. 8:51. Egypte wordt daarbij vergeleken vanwege de benauwdheid en de ellende, die Isra‰l daar uitgestaan en geleden had.

1Ki 8.51

19) tot een erfvolk zoudt zijn,

Zie Exod. 19:5; Tit. 2:14.

Ex 19.5 Tit 2.14

Isaiah 48:10

30) gelouterd,

Te weten door kruis, ellende en tegenspoed.

31) niet als zilver,

Te weten niet zo dikwijls noch zo nauw als men zilver loutert, opdat gij niet geheel vergaat; of, niet met het zilver; dat is, Ik zal u in den smeltkroes met het zilver niet tegelijk beproeven, gelijk men het valse zilver door het goede in een en denzelfden smeltkroes tegelijk beproeft. De zin is: Ik zal u wel met kruis bezoeken, maar Ik zal het matigen. Zie 1 Petr. 1:7.

1Pe 1.7

32) gekeurd

Te weten als gereinigd, gelouterd en uitgelezen goud of zilver, dat in den smeltoven gelouterd is. Zie Spreuk. 17:3, en Spreuk. 27:21. De zin is: Als Ik u door mijne genade zolang in het kruis zal hebben laten steken, totdat gij u met ware hartgrondige boete tot mij bekeert, zal Ik u weder weldadigheid bewijzen.

Pr 17.3 27.21
Copyright information for DutKant