Deuteronomy 5:9

8) ijverig God,

Zie boven, Deut. 4:24.

De 4.24

9) misdaad der vaderen

Of, ongerechtigheid.

10) aan het derde, en aan het vierde [lid]

Hebreeuws, aan de derde en aan de vierde.

Romans 1:30

73) achterklappers,

Of, tegensprekers.

74) haters Gods,

Of, van God gehaat. Doch alzo hier gesproken wordt van de heersende zonden der heidenen, zo wordt het beter in dezen zin genomen; gelijk Rom. 8:7, de wijsheid des vleses vijandschap Gods gezegd wordt. Want die worden met recht gezegd God te haten, die liefhebben hetgeen God haat en haten hetgeen God gebiedt; Exod. 20:5.

Ro 8.7 Ex 20.5

75) smaders, hovaardigen,

Dat is, die smaadheid of ongelijk anderen aandoen met woorden of werken.

76) laatdunkenden,

Of, roemgierigen, pochers.

Copyright information for DutKant