Deuteronomy 6:25

16) gerechtigheid zijn,

Naar de wet, bij conditie indien wij de ganse wet volkomenlijk onderhouden, gelijk de volgende woorden uitwijzen. Vergelijk Lev. 18:5; Ezech. 20:11; Matth. 19:17; Rom. 10:5; Gal. 3:12; Jak. 2:10. Maar nadermaal alle wedergeboren kinderen Gods in dit leven onvolmaakt blijven, zodat zij de voorzegde conditie niet kunnen volbrengen, zo is er geen andere weg om voor God gerechtvaardigd te worden, dan door een oprecht geloof aan Jezus Christus, wiens gerechtigheid en voldoening ons van den Vader uit genade geschonken, toegekend en door het geloof toege‰igend worden. Zie Jer. 33:16; Dan. 9:24; Rom. 3:27, en Rom. 8:3; 1 Cor. 1:30; 2 Cor. 5:21; Gal. 3:10,11; waarop dan de goede werken volgen als een vrucht des geloofs en bewijs van schuldige dankbaarheid, naar het voorschrift van Gods wet, enz.; 1 Cor. 6:20; Gal. 5:6; Fil. 1:11; Jak. 2:18. Sommigen verstaan hier door gerechtigheid, het bewijs en uiterlijk betoon der gerechtigheid, dat wij door het geloof hebben.

Le 18.5 Eze 20.11 Mt 19.17 Ro 10.5 Ga 3.12 Jas 2.10 Jer 33.16 Da 9.24 Ro 3.27 8.3 1Co 1.30 2Co 5.21 Ga 3.10,11 1Co 6.20 Ga 5.6 Php 1.11 Jas 2.18

Judges 6:24

37) De HEERE is vrede!

Hebreeuws, Jehovah Schalom. De zin is: De Heere is onze vrede; belooft, geeft en zendt ons nu den vrede. Want ten eerste, is deze engel, die de Heere Christus zelf was, onze vrede en de rechte vredevorst, Jes. 9:5, en Jes. 53:5; Micha 5:4; Luk. 2:14; Hand. 10:36; Hebr. 7:2. Alzo wordt Hij ook genaamd de Heere onze gerechtigheid; Jer. 23:6. Ten tweede, had Hij hier Gideon zijn vrede toegezegd, mitsgaders aan zijn volk vrede en verlossing van de Midianieten.

Isa 9.6 53.5 Mic 5.5 Lu 2.14 Ac 10.36 Heb 7.2 Jer 23.6

38) Abi-ezrieten.

Zie boven, Richt. 6:11, en vergelijk onder, Richt. 6:34.

Jud 6.11,34

Jeremiah 33:16

40) In die dagen zal Juda verlost worden,

Zie boven Jer. 23:6.

Jer 23.6

41) HEERE, onze GERECHTIGHEID.

Te weten de Heere Christus, die zijne kerk zal roepen; te weten uitwendig door de predikatie van het Evangelie, en inwendig door de krachtige werking van zijn Heiligen Geest, en zijn genadewerk in hen voltrekken tot het einde toe. Zie boven Jer. 23:6.

Jer 23.6

Daniel 9:24

71) Zeventig

Dani‰l had maar gebeden om de verlossing van zijn volk uit Babel, de Heere geeft hem dat niet alleen, maar oneindig meer, want Hij openbaart hem daarenboven den tijd, wanneer niet alleen de Joden, maar ook zijn ganse volk uit de macht des duivels en der eeuwige verdoemenis door den Messias zou verlost worden.

72) weken

Versta hier jaarweken, gelijk Lev. 25:8; elke week van zeven jaren, tezamen makende vier honderd en negentig jaren; waar nu deze vier honderd en negentig jaren beginnen en waar zij eindigen, daarvan is verscheiden gevoelen. Sommigen beginnen ze van het eerste jaar der monarchie van Cyrus, en eindigen ze in den dood van Christus; hetwelk wel de eenvoudigste mening schijnt te zijn, uit Jes. 44:28, en Jes. 45:13; 2 Kron. 36:22,23; Ezra 1:1, enz.; doch anderen beginnen ze van het zevende jaar van Artaxerxes Longimanus, en eindigen ze ook in den dood van Christus. Anderen beginnen ze van het tweede jaar van Darius Nothus, en eindigen ze in de verstoring van Jeruzalem door Titus. Van welk alles de verstandige lezer zal mogen oordelen.

Le 25.8 Isa 44.28 45.13 2Ch 36.22,23 Ezr 1.1

73) zijn bestemd

Te weten van God. Hebreeuws, zijn afgehouwen, of afgesneden; dat is bescheiden, besloten.

74) over uw volk,

Gedurende welke uw volk en uw heilige stad zal overkomen hetgeen ik u straks zal openbaren.

75) om de overtreding te sluiten,

Of, om op te sluiten, of om te bedwingen de overtreding. Anders: dat Hij, te weten Christus] de overtreding besluit; dat is, dat hij voor de zonden des volks genoeg doe, opdat dezelve als in een kerker besloten worden, dat zij niet meer voor Gods aangezicht komen.

76) om de zonden te verzegelen,

Dat is, om te bedekken de zonden der uitverkorenen, dat zij voor het aangezicht van God niet komen. Dit heeft Christus door zijnen dood teweeg gebracht. Anders: om de zonden te verdelgen.

77) om de ongerechtigheid te verzoenen,

Te weten door de offerande van Christus aan het kruis.

78) om een eeuwige gerechtigheid aan te brengen,

Hebreeuws, ene gerechtigheid der eeuwigheden, door welke alleen zij, die ooit gerechtvaardigd zijn en rechtvaardig zullen worden, moeten gerechtvaardigd worden voor God, Hebr. 9:12. Deze gerechtigheid is gelegen in de vergeving der zonden en toerekening der gerechtigheid van Jezus Christus.

Heb 9.12

79) den profeet te verzegelen,

Dat is, de profetie, te weten de profetie‰n der profeten van Christus' lijden en de heerlijkheid daarop volgende, 1 Petr. 1:11, welke God den profeten door gezichten heeft geopenbaard.

1Pe 1.11

80) de heiligheid der heiligheden

Dat is, den Heere Christus, die daar is het waarachtige heilige der heiligen, omdat in Hem al de schatten van heiligheid, rechtvaardigheid, en ook van wijsheid en kennis van God verborgen zijn, ons ten goede; en dat Hij is de ware ark des verbonds, door welken God de woorden des levens tot de wereld spreekt; de rechte genadestoel, door welken wij de verzoening hebben, enz.

81) te zalven.

Te weten met den Heiligen Geest; dat is als in te wijden en te bereiden tot zijn zaligmakend ambt.

1 Corinthians 1:30

68) uit Hem zijt

Dat is, uit Zijne genade en kracht; gelijk Rom. 11:36. Zie 1 Joh. 4:1,2,4,6.

Ro 11.36 1Jo 4.1,2,4,6

69) in Christus

Dat is, met Christus, door het geloof verenigd; Rom. 8:1.

Ro 8.1

70) wijsheid van

Dat is, een oorzaak en stof van alle rechte wijsheid, en rechtvaardigheid, en heiligmaking.

71) verlossing.

Namelijk van alle kwaad en ellenden des lichaams en der ziel, welke volkomen zal geschieden ten uitersten dage, die daarom de dag der verlossing genaamd wordt; Ef. 4:30. Zie ook Luk. 21:28; Rom. 8:23.

Eph 4.30 Lu 21.28 Ro 8.23
Copyright information for DutKant