Deuteronomy 7:6

6) heilig volk den HEERE,

Dat is, een volk, uit alle volken van God afgezonderd en Hem toege‰igend, opdat Hij u, naar luid der beloften zijns verbonds, zegene en gij in zijn geboden heiliglijk [gelijk Hij, uw bondsgenoot, heilig is] volgens uw verbondsbeloften wandelt. Zie onder, Deut. 28:9; 1 Petr. 2:9.

De 28.9 1Pe 2.9

Psalms 147:19-20

31) Hij maakt

De zin is: Een ieder kan uit de bovenverhaalde werken wel afnemen hoe groot de macht Gods is; maar Hij doet zijne kerk nog veel grotere genade, haar gevende zijne wet en heilige geboden, om haar leven naar dezelve aan te stellen.

32) Jakob Zijn

32) Isra‰l Zijn

Deze beide woorden betekenen het Joodse volk.

33) Alzo heeft Hij

Anders: Alzo heeft Hij geen heidenen gedaan. Hebr. allen volk, of alle heidenen niet, enz. In dusdanige manier van spreken wordt alle niet meermalen gebruikt voor gene, gelijk Ps. 103:2, en Ps. 143:2.

Ps 103.2 143.2

34) en Zijn rechten,

Anders: daarom kennen zij zijne rechten niet.

35) Hallelujah!

Met dit woord begint en eindigt deze psalm, gelijk ook doen de psalmen Ps. 146: en Ps. 148: en Ps. 149: en Ps. 150.

Romans 9:5

17) Welker zijn de vaders,

Dat is, welke afkomstig zijn van de patriarchen en andere voorvaders, die Gods vrienden en profeten waren.

18) uit welke Christus is,

Namelijk Joden, zoals het woordje en aanwijst. Want Christus is gesproten uit den stam van Juda; Hebr. 7:14; Openb. 5:5.

Heb 7.14 Re 5.5

19) zoveel het vlees aangaat,

Of, naar het vlees, dat is, naar Zijn menselijke natuur; Rom. 1:3.

Ro 1.3

20) boven allen

Namelijk dingen, namelijk naar Zijn goddelijke natuur.

21) te prijzen in der eeuwigheid.

Door dezen titel wordt de waarachtige en eeuwige God onderscheiden van alle anderen, wien deze naam zou mogen gegeven worden; Rom. 1:25. Zodat daarmede de Heere Christus verklaard wordt te zijn de waarachtige en eeuwige God met den Vader en den Heiligen Geest.

Ro 1.25
Copyright information for DutKant