Ephesians 4:1

1) bid ik u dan,

Of, vermaan.

2) gevangene

Grieks, gebonden. Zie Ef. 3:1.

Eph 3.1

3) in den Heere,

Dat is, om de zaak des Heeren, namelijk Christus, gelijk Ef. 3:1.

Eph 3.1

4) waardiglijk

Dat is, betamelijk, gelijk Matth. 3:8.

Mt 3.8

5) gij geroepen zijt;

Namelijk tot de gemeenschap van Christus, en derhalve ook der godzaligheid in Christus. De apostel spreekt hier niet alleen van de uitwendige, maar ook van de inwendige en krachtige beroeping, waardoor zij tot het geloof in Christus gebracht waren; gelijk uit de volgende verzen blijkt.

1 Thessalonians 2:12

22) waardiglijk

Dat is, gelijk het betaamt dengenen die God kennen, gehoorzaam zijn en Zijnen naam belijden.

Copyright information for DutKant