Esther 3:2

4) al de knechten des konings,

Versta hier, al de hovelingen, of die van des konings lijfwacht waren.

5) neigden

Hem een onbetamelijken, ongeoorloofden Perzischen eerbied bewijzende, waarin Mordechai gewetensbezwaar maakte hen na te volgen; te meer, naar sommiger gevoelen, omdat hem bekend was dat deze Haman een Amalekiet was.

6) van hem bevolen;

Dat is, hem aangaande.

Copyright information for DutKant