Esther 9:19

28) Daarom maakten

Te weten, vanwege de victorie, die zij op dien dag over hun vijanden verkregen hadden.

29) tot vreugde

Zie Deut. 16:11,14; Neh. 8:10,11.

De 16.11,14 Ne 8.9,10

30) vrolijken dag,

Hebreeuws, goeden.

31) delen

Of, gerechten; te weten, tafelgerechten. Zie 1 Sam. 1:4,5; Neh. 8:11,13.

1Sa 1.4,5 Ne 8.10,12

32) aan elkander.

Hebreeuws, de man aan zijn naasten.

Esther 9:22

34) Naar de dagen,

Versta, hij ordineerde dat men de feestdagen alle jaar met zulke vreugde zou onderhouden, als zij die dagen onderhouden hadden, in welke zij rust en vrede verkregen hadden; en dat zij zulks doen zouden in die maand, die hun veranderd was van smart in blijdschap.

35) vrolijken dag;

Hebreeuws, goeden dag.

Copyright information for DutKant