Exodus 15:14-16

22) zij zullen sidderen;

Zie de vervulling, Num. 22:3,6; Joz. 2:10,11, en Joz. 5:1; Ps. 68:3.

Nu 22.3,6 Jos 2.10,11 5.1 Ps 68.2

Deuteronomy 2:25

31) uw schrik en uw vreze te geven

Dat is, waarmede zij voor u schrikken en vrezen zullen; alzo onder, Deut. 11:25.

De 11.25

Deuteronomy 33:29

83) het Schild uwer hulp,

Of, uw schild der hulp; dat is, uw helpend schild; gelijk Ps. 2:6 de berg mijner heiligheid; dat is, mijn heilige berg.

Ps 2.6

84) Zwaard is uwer hoogheid;

Die voor u vecht om u te verhogen.

85) geveinsdelijk aan u onderwerpen,

Zullen gedwongen worden zich u te onderwerpen, alhoewel zij het van harte niet zullen menen. Zie 2 Sam. 22:45; Ps. 18:45, en vergelijk Ps. 66:3, en Ps. 81:16.

2Sa 22.45 Ps 18.44 66.3 81.15

86) hun hoogten treden!

Zie boven, Deut. 32:13.

De 32.13

Psalms 48:4-5

9) paleizen

Dat is, grote heerlijke gebouwen, zijnde als sloten en kastelen, op welke de vleselijke mensen hun vertrouwen stellen, maar onder Gods volk wordt God alleen [zelf in zulke paleizen] bekend voor de gewisse toevlucht en bescherming.

10) koningen

Gelijk geschied is ten tijde van Josafat, 2 Kron. 20. Sommigen passen het op de historie van Sanherib; 2 Kon. 18:

Song of Solomon 6:4

12) Gij zijt schoon,

De Bruidegom, zijne Bruid gevonden hebbende, roemt haar vanwege de menigvuldige gaven, waarmede zij versierd is. Zie boven, Hoogl. 4:1.

So 4.1

13) Thirza,

Dit was ene stad in het land Kana„n, niet wijd van Samaria gelegen, in welke hof gehouden heeft een van de koningen, die Jozua heeft overwonnen; Joz. 12:24. Naderhand hebben de koningen van Isra‰l er hof gehouden, totdat Samaria gebouwd was door Omri. Zie 1 Kon. 14:17, en 1 Kon. 15:21,33, en 1 Kon. 16:6,8,23. De Griekse overzetters vertalen het woord Tihrtsa, en stellen in den tekst, goed vermaak, of gunstige aanneming. Waaruit af te nemen is dat het een schone aangename stad geweest is, in hoedanige plaatsen de koningen en prinsen plachten te wonen. Dusdanige fraaiheid of schoonheid wordt hier de Bruid toegeschreven, zijnde schoon en aangenaam gemaakt door Christus haren Bruidegom; Ef. 1:6, en Ef. 5:27.

Jos 12.24 1Ki 14.17 15.21,33 16.6,8,23 Eph 1.6 5.27

14) Jeruzalem,

De stad Jeruzalem is vermaard vanwege hare schoonheid en heerlijkheid. Zij is eertijds de vermaardste stad geweest van geheel het Oosten, Plin. lib. 5 cap. 14. Zij was de stoel van den zuiveren godsdienst en de woonplaats der koningen van Juda; Ps. 122. Zij wordt genoemd de vreugde der ganse aarde; Ps. 48:3.

Ps 48.2

15) schrikkelijk

Dat is, vol van majesteit en moed, vreeslijk in de ogen harer vijanden, gelijk onder Hoogl. 6:10.

So 6.10

16) als [slagorden]

Hebreeuws, als gebanierden; te weten, legers, of slagorden; dat is als legers, staande onder hunne banieren, of vaandels in slagorde, vaardig om slag te leveren. Daarom is de kerk van Christus schrikkelijk voor de ogen harer vijanden, omdat zij omlegerd is met vele krachtige engelen, 2 Kon. 6:17, en 2 Kon. 19:35; idem omdat zij gewapend is met geestelijke wapenen, zie Hand. 5:11; Ef. 6:13; 2 Cor. 10:4. Zie ook onder, Hoogl. 6:10.

2Ki 6.17 19.35 Ac 5.11 Eph 6.13 2Co 10.4 So 6.10

2 Corinthians 10:4

11) de wapenen van onze

Dat is, de middelen, die wij gebruiken om door het Evangelie van Christus de mensen te bekeren, en onder het rijk en de gehoorzaamheid van Christus te brengen.

12) vleselijke, maar

Dat is, zulke als de natuurlijke mensen plegen te gebruiken, om anderen •f met welsprekendheid, •f met bedriegerij, •f met geweld onder zich te brengen.

13) krachtig door God,

Gr. Gode krachtig; dat is, door de kracht, die God daar bijvoegt, zo in het doen van wondertekenen, Mark. 16:20, als in het bewegen en overtuigen van de harten door Zijnen Geest, Hand. 16:14, en ook mede in het straffen van degenen, die zulks zochten te wederstaan. Zie een voorbeeld in Bar-Jesus,

Mr 16.20 Ac 16.14

14) der sterken;

Alzo noemt de apostel al wat de Satan en de wereld, hetzij met vervolgingen, hetzij met wereldse wijsheid en welsprekendheid, voorwerpt om den loop des Evangelies te stuiten, gelijk de twee navolgende verzen verklaren. Zie ook Jer. 1:10,18,19.

Jer 1.10,18,19
Copyright information for DutKant