Exodus 18:1

27) de hand op den troon des HEEREN is,

Versta, de hand Gods, dat is, zijn macht, die Hij van den hemel [als zijnde zijn troon] uitstrekt tot bescherming van zijn volk, en demping van zijn vijanden. Men kan ook door den troon verstaan de kerk Gods. Sommigen leggen het uit van Gods eedzweren. Anders, dewijl de hand [Amaleks] tegen den troon des Heeren is; dat is, tegen hem en zijn volk geweest is. De plaats is wat duister.

Copyright information for DutKant