Exodus 20:4

5) Gij zult u geen gesneden beeld,

Hiertegen strijdt niet dat, op Gods bevel, Mozes de cherubim, Exod. 25:18, en de koperen slang, Num. 21:8, enz. gemaakt heeft, dewijl zulks niet geschied is om dezelve enige godsdienstige eer te bewijzen.

Ex 25.18 Nu 21.8

6) boven in den hemel is,

Gelijk zon, maan, sterren, vogels, Deut. 4:19. Versta ook hieronder de engelen, Col. 2:18.

De 4.19 Col 2.18

7) op de aarde is,

Gelijk mensen, viervoetige, of kruipende gedierten; Deut. 4:16,17; Jes. 44:13; Ezech. 23:14.

De 4.16,17 Isa 44.13 Eze 23.14

8) in de wateren onder de aarde is.

Gelijk vissen, slangen, draken, krokodillen, schildpadden. Zie Deut. 4:18, en Jes. 41:29.

De 4.18 Isa 41.29

Leviticus 26:1

1) afgoden maken;

Zie boven, Lev. 19:4.

Le 19.4

2) opgericht beeld

Het Hebreeuwse woord betekent al wat op de wijze van een pilaar opgericht of op een pilaar gesteld werd, ter ere van de afgoden; Exod. 23:24; Deut. 16:22.

Ex 23.24 De 16.22

3) gebeelden steen

Hebreeuws, steen van het beeld, of der afbeelding.

Deuteronomy 5:8

Deuteronomy 16:22

30) opgericht beeld stellen,

Of, pilaarbeeld, statue.

Copyright information for DutKant