Exodus 7:11

12) guichelaars;

Die door des duivels kunst de ogen der mensen betoverden, zodat zij meenden te zien, hetgeen er inderdaad niet was, en werden als wijzen in grote achting bij de Egyptenaars gehouden.

13) tovenaars

Zie Gen. 41:8; de voornaamsten van dezen tovenaars noemt Paulus, 2 Tim. 3:8, Jannes en Jambres.

Ge 41.8 2Ti 3.8

14) deden ook alzo met hun bezweringen.

Te weten, zoveel den uiterlijken schijn aanging, maar niet inderdaad.

Exodus 8:19

25) is Gods vinger!

Dat is, de kracht en het werk Gods. Vergelijk Luk. 11:20, met Matth. 12:28; zie dergelijke manier van spreken, Richt. 2:15, en 1 Sam. 6:3,9; Hand. 13:11.

Lu 11.20 Mt 12.28 Jud 2.15 1Sa 6.3,9 Ac 13.11

Exodus 9:11

6) vanwege de zweren;

Hebreeuws, van, of, voor het aangezicht van het geweld. Zie van deze manier van spreken, Jes. 17:9.

Isa 17.9

Daniel 2:2

6) zeide de koning,

Dat is, gebood; gelijk Dan. 1:3.

Da 1.3

7) de tovenaars,

Zie de aantekening Gen. 41:8.

Ge 41.8

8) guichelaars,

Zie Exod. 7:11.

Ex 7.11

9) Chaldeen,

Dit was in die tijden een erenaam, alsof zij al de wijsheid en wetenschap alleen gehad hadden, en dat in andere landen of mensen gene wijsheid ware te vinden geweest.

10) te kennen te geven;

Versta hierbij: en daarna uit te leggen, Dan. 2:5.

Da 2.5

Daniel 2:12

37) Daarom werd de koning toornig

Eensdeels, omdat zij des konings begeerte niet konden voldoen; anderdeels, omdat zij den koning genoegzaam van tirannie beschuldigden, omdat hij zulke onmogelijke, ongehoorde, ja goddelijke dingen van hen wilde weten.

38) zeide,

Dat is, gebood.

Copyright information for DutKant