Ezekiel 21:9

21) Het zwaard,

Versta door het zwaard de plaag van den oorlog. Zie Lev. 26:6.

Le 26.6

22) het zwaard is

Het woord is verdubbeld om de grootheid en zekerheid der zaak, die verhaald wordt, mitsgaders de beweging desgenen, die het verhaal doet, uit te drukken, alsook om dengenen, wien het verhaal aangaat, tot hartelijke beweging te verwekken; vergelijk 2 Kon. 4:19; Jes. 26:5; Jer. 4:19, en onder Ezech. 21:28.

2Ki 4.19 Isa 26.5 Jer 4.19 Eze 21.28

23) gescherpt,

Te weten om te straffen en te verderven.

24) geveegd.

Dat is, schoon, net en sierlijk gemaakt.

Copyright information for DutKant