Ezekiel 27:12

33) Tarsis

Zie Gen. 10:4.

Ge 10.4

34) dreef koophandel

Of, was alzo uwe handelares. Alzo Ezech. 27:16,18.

Eze 27.16,18

35) allerlei goed;

Hebreeuws, alle; dat is, allerlei rijkdom, have, goederen, gelijk Ezech. 27:33, alzo Ezech. 27:18,22.

Eze 27.33,18,22

36) handelden zij

Of, stelden zich in, begaven zich, vervoegden zich. Hebreeuws, gaven, of hebben zij gegeven. En zo dikwijls in het volgende.

37) [op] uw markten.

Dit is hier ingevoegd uit Ezech. 27:16,19. Alzo in het volgende Ezech. 27:14.

Eze 27.16,19,14

Jonah 1:3

8) te vluchten

Wat hem hiertoe bewogen heeft, zie onder Jona 4:2.

Jon 4.2

9) Tarsis

De vermaarde zeehaven en hoofdstad van CiciliĀ‰, de geboorteplaats van den apostel Paulus. Zie 1 Kon. 10:22, en Hand. 21:39, en Hand. 22:3.

1Ki 10.22 Ac 21.39 22.3

10) HEEREN

Voor wiens aangezicht hij, als Gods dienstknecht, schuldig was te staan [gelijk de Schrift gemeenlijk spreekt] om zijn bevelen te ontvangen en te verrichten, zulks hij, hier zoekende te ontgaan, gezegd wordt van Gods aangezicht te vluchten, dat is, dezen zijn plicht verlaten. Zie Deut. 10:8; 1 Kon. 17:1, enz.

De 10.8 1Ki 17.1

11) Jafo

Anders genoemd Joppe, ook ene zeehaven. Zie 2 Kron. 2:16.

2Ch 2.16

12) daarvan

Te weten van het schip. Hebr. het loon van hetzelfde, te weten het schip.

13) henlieden

Het scheepsvolk.

Acts 23:3

3) gij gewitte wand!

Dat is, gij geveinsde, gij die wel een priesterlijk kleed hebt, maar een wreed en onrechtvaardig hart. Zie Matth. 23:27,28; deze woorden van Paulus moeten niet genomen worden voor scheldwoorden, Matth. 5:22, of woorden van wraakgierigheid, of van vergelding van kwaad met kwaad, maar voor een ernstige bestraffing van dezen mens, en voor een vrijmoedige aanzegging van Gods oordeel over hem. Zie dergelijke 2 Tim. 4:14.

Mt 23.27,28 5.22 2Ti 4.14

4) tegen de wet,

Grieks de wet overtredende.

Copyright information for DutKant