Ezekiel 27:15

44) De kinderen

Dat is, nakomelingen.

45) Dedan

Zie Gen. 10:7; Jer. 25:23.

Ge 10.7 Jer 25.23

46) hand;

Dat is, die gij tot uw koophandel en trafiek aan de hand hadt, of met welken gij handelt in kopen en verkopen, waarin het hand geven, of kloppen in de hand, het toeslaan van den koop, gebruikelijk was, als ook in andere onderhandelingen; vergelijk onder Ezech. 27:21.

Eze 27.21

47) gaven zij u weder

Of, brachten. Hebreeuws, brachten zij weder uwe verering; dat is, u tot ene verering; of [gelijk sommigen] in betaling.

Ezekiel 38:13

27) Scheba, en Dedan,

Zie van beiden Gen. 10:7; idem boven Ezech. 27:15,20,22.

Ge 10.7 Eze 27.15,20,22

28) Tarsis,

Gelijk boven Ezech. 27:12,25. Zie Gen. 10:4.

Eze 27.12,25 Ge 10.4

29) leeuwen

Versta, scherpe en gewinzuchtige kooplieden en handelaars, die naar den roof haken als jonge leeuwen, die zullen zich bij u voegen en u volgen, om mededeel aan den buit van Isra‰l te hebben.

Copyright information for DutKant