Genesis 10:23

82) Uz,

Hebr. Uts. Men houdt het er voor dat deze de stamvader is van de bewoners van het land Trachonitis; volgens het gevoelen van anderen, van enigen die omtrent Idumea woonden. Zie van Utz (Uz), Job 1:1; Klaagl. 4:21.

Job 1.1 La 4.21

83) Hul,

Van dezen meent men, dat zij het land der Palmyrenen in Syri‰ bewoond hebben, of Armeni‰.

84) Gether

Van dezen waren de Bactri‰rs, of die Apamene in Syri‰ bewoonden.

85) Mas.

Anders, Mesech, 1 Kron. 1:17, die bewoond heeft [zoals men meent] het opperdeel van Syri‰ tussen Cilici‰ en Mesopotami‰, aan een gedeelte van den berg Aman genaamd Masius; anderen plaatsen hen in Mysi‰.

1Ch 1.17

Genesis 22:21

40) Uz,

Deze Uz, de zoon van Nahor, is van twee anderen van denzelfden naam te onderscheiden: de ene is geweest de zoon van Aram, Sems zoon, boven Gen. 10:23, de andere, de zoon van Dischan, de zoon van Se‹r den Horiet, ond. Gen. 36:28.

Ge 10.23 36.28

41) Buz,

Van dezen menen sommigen dat Elihu de Buziet afkomstig is van welken men zie Job 32:2.

Job 32.2

42) Aram.

Zie van een anderen Aram, bov. Gen. 10:22. Men meent dat van beiden, of een hunner, het landschap Syri‰ Aram geheten wordt.

Ge 10.22

Genesis 36:28

48) Uz

Hebr. Uts.

Lamentations 4:21

81) Wees vrolijk,

Dit spreekt de profeet spottenderwijze tot de vijanden der Joden, alsof hij zeide: Neemt uwe geneugte van ons, zolang als God u geweld over ons geeft.

82) gij dochter Edoms,

De zin is: Verblijdt u, al onze vijanden, doch inzonderheid, gij Edomieten, gij die zo wreed over ons geweest zijt. Ziet Ps. 137:7.

Ps 137.7

83) in het land

Of, bij het land Uz.

84) Uz woont!

Van het land Uz, zie Gen. 10:23, en Job 1:1.

Ge 10.23 Job 1.1

85) de beker

Te weten de beker van den toorn Gods. De zin is: De slaande roede van des Heeren hand zal niet alleen ons treffen, maar gij zult er uw deel ook van hebben. Zie de aantekening Ps. 11:6. Zie ook Jer. 25:15; Micha 7:8; Obad.:16.

Ps 11.6 Jer 25.15 Mic 7.8

86) gij zult dronken worden,

Dat is, gij zult ook Gods straffen overvloediglijk gevoelen.

87) ontbloot worden.

Dat is, uwe schande en oneer zal voor alle mans ogen openbaar worden. Anders: en gij zult u ontbloten gelijk de dronken mensen plegen te doen. Zie Gen. 9:21.

Ge 9.21
Copyright information for DutKant