Genesis 2:21-22

47) sloot

Dat is, voor, of in de plaats van de rib, die Hij uit hem genomen had, maakte Hij vlees, en sloot daarmede de geopende plaats toe.

48) bouwde

Dit is ene gelijkenis genomen van een huis, dat door een kundig meester tot een waardig einde gebouwd wordt.

Job 14:1

1) kort van dagen,

Dat is, heeft een kort leven. Alzo is langheid van dagen een lang leven. Zie Spreuk. 3:2, en de aantekening.

Pr 3.2

2) onrust.

Hebreeuws, beroering; dat is, vol van beroering, woeling, verdriet en kwelling, die hem doorgaans overkomen vanwege de ellenden dezes levens; vergelijk Pred. 2:23. Zie gelijke manier van spreken boven, Job 7:4, en de aantekening.

Ec 2.23 Job 7.4

1 Corinthians 11:12

29) uit den man is,

Zie 1 Cor. 11:8.

1Co 11.8

30) door de vrouw;

Namelijk overmits hij van ene vrouw ontvangen en geboren wordt, naar de natuurlijke geboorte. Waarom hij de vrouw ook niet behoort te verachten, maar in ere te houden en lief te hebben, hoewel hij over haar heerschappij heeft.

31) alle digen [zijn]

Dat is, zowel de vrouw als de man, zijn beiden van God geschapen; en zowel de onderdanigheid der vrouw, als de heerschappij des mans zijn beide van God geordineerd. Anderszins is het ook in het algemeen waar, dat alle schepselen van God zijn. Zie Rom. 11:36; 1 Cor. 8:6.

Ro 11.36 1Co 8.6
Copyright information for DutKant