Genesis 24:53

65) kleinodi‰n,

Hebr. vaten van zilver, en vaten van goud, dat is, zilverwerk en goudwerk.

66) kostelijkheden.

Het Hebr. woord beduidt alles wat uitgelezen en kostelijk is, en in het bijzonder uitgelezen en kostelijke vruchten des lands. Zie Deut. 33:13,14,15; en 2 Kron. 21:3, en 2 Kron. 32:23; Ezra 1:6.

De 33.13,14,15 2Ch 21.3 32.23 Ezr 1.6

Exodus 22:16-17

28) die niet ondertrouwd is,

Een ondertrouwde maagd te beslapen was de dood; Deut. 22:23.

De 22.23
29) ganselijk weigert haar aan hem te geven,

Hebreeuws, weigerende weigert.

30) geven

Hebreeuws, wegen; eertijds woog men elkander het geld toe.

31) naar den bruidschat der maagden.

Dit was vijftig sikkelen zilvers, Deut. 22:29. Dit zijn omtrent twaalf rijksdaalders en een half.

De 22.29
Copyright information for DutKant