Genesis 26:25
46) bouwde Om daarmee te tonen dat hij geen anderen God eren noch dienen wilde dan den God zijns vaders Abrahams. 47) riep den Zie boven, Gen. 4:26. Ge 4.26Genesis 35:7
15) El Beth-el: Dat is, God is [te] Beth-el. Aldus noemt hij deze plaats voor de tweede maal; zie boven, Gen. 28:19, en verg. boven, Gen. 33:20. Ge 28.19 33.20 16) God was Zie boven, Gen. 28:13, en de manier van spreken, Gen. 20:13. Ge 28.13 20.13
Copyright information for
DutKant