Genesis 34:30

41) Toen zeide

Hieruit blijkt dat Jakob van den aanslag zijner twee zonen niets heeft geweten, veel minder daarin bewilligd; verg. onder, Gen. 49:5,6,7.

Ge 49.5,6,7

42) mij beroerd,

Of, gij hebt mij onrust aangericht, of verstoord, niet alleen mijn gemoed door deze daad ontstellende, maar ook al mijn zaken in groot perijkel, onzekerheid en verwarring brengende, daar ik hier tevoren in vrede gewoond heb; zie Joz. 7:25, en 1 Kon. 18:7.

Jos 7.25 1Ki 18.7

43) mij stinkende

Dat is, gehaat te maken, zodat men mij niet zal mogen luchten of lijden. Het is een gelijkenis ontleend aan stinkende dingen, waarvan de mensen het aangezicht afkeren; zie Exod. 5:21; 1 Sam. 13:4, en 1 Sam. 27:12; 1 Kron. 19:6.

Ex 5.21 1Sa 13.4 27.12 1Ch 19.6

44) inwoners

Hebr. inwoner.

45) Kana„nieten,

Kana„niet.

46) weinig volk

Hebr. lieden van getal; dat is, van klein getal, die spoedig te tellen zijn, gelijk Num. 9:20; Deut. 4:27, en Deut. 33:6.

Nu 9.20 De 4.27 33.6

Job 15:20

34) Te allen dage

Dat is, den gansen tijd zijns levens. Hier begint Elifaz te verhalen hetgeen de oude en wijze mannen voor een lering nagelaten hadden, zeer overeenkomende met hetgeen hij voorgedragen heeft, boven, Job 5:3, enz.

Job 5.3

35) doet de goddeloze

De zin is: Hoewel de bozen uiterlijk welvaren in deze wereld, dat zij nochtans ongelukkig zijn vanwege de inwendige onrust huns gemoeds.

36) [weinige]

Hebreeuws, een getal der jaren; inplaats van jaren des getals. Dat is, weinige, die licht kunnen geteld worden; gelijk Gen. 34:30. Zie de aantekening. De boze heeft twee‰rlei plagen; de ene dat hij in zijn tijdelijk geluk nimmermeer gerust is; de andere, dat zijn voorspoed niet lang duurt. Anderen zetten het laatste van Job 15:20 aldus over: En het getal der jaren, te weten, zijns levens, is voor den tiran verborgen.

Ge 34.30 Job 15.20

37) weggelegd.

Te weten, in Gods eeuwigen raad, die voor de mensen verborgen is.

Copyright information for DutKant