Genesis 37:14

18) welstand

Hebr. vrede. Dit woord betekent allerlei welvaart der mensen, niet alleen in het algemeen, Lev. 26:6; 1 Kon. 2:33; Ps. 125:5; Jer. 29:7, maar ook in het bijzonder, ten aanzien van hun lichamelijke gezondheid en sterkte, 2 Sam. 18:32; Ps. 38:4, en Gen. 37:14; idem vanhun ziel, Num. 6:26; Jes. 48:22; Luk. 2:14; Joh. 14:27, mitsgaders van al hun goederen, roerende en onroerende; 1 Sam. 25:6; Job 5:24 en hier in de volgende woorden.

Le 26.6 1Ki 2.33 Ps 125.5 Jer 29.7 2Sa 18.32 Ps 38.3 Ge 37.14 Nu 6.26 Isa 48.22 Lu 2.14 Joh 14.27 1Sa 25.6 Job 5.24

19) breng mij

Of, breng mij de zaak weder over, dat is, breng mij van alles bescheid.

20) Hebron,

Zie boven, Gen. 23:2.

Ge 23.2

Exodus 18:7

7) de een den ander

Hebreeuws, de man zijn naaste, of, gezel.

8) naar den welstand,

Hebreeuws, vrede. Zie Gen. 37:14.

Ge 37.14

9) naar de tent.

Te weten, naar de tent van Mozes.

Judges 18:15

31) Toen weken zij daarheen,

Nadat zij besloten hadden al deze instrumenten der afgoderij weg te nemen.

32) jongeling, den Leviet,

Van wien, Richt. 17:7.

Jud 17.7

33) vraagden hem

Toen hij uitgeĀ‰ist of door de vijf mannen uitgeleid was tot voor de poort.

34) vrede.

Dat is, naar zijn welstand, of het hem nog welging; zie Gen. 37:14, en Exod. 18:7.

Ge 37.14 Ex 18.7

1 Samuel 25:5

6) naar den welstand vragen;

Hebreeuws, naar den vrede vragen; dat is, vragen of het hem welgaat.

Copyright information for DutKant