Genesis 40:12

17) zijn drie

Dat is, betekenen drie dagen; gelijk ook onder, Gen. 40:18, en Gen. 41:26,27; Dan. 2:38, en Dan. 4:22; Matth. 13:19,38; Luk. 8:11, en 1 Cor. 10:4.

Ge 40.18 41.26,27 Da 2.38 4.22 Mt 13.19,38 Lu 8.11 1Co 10.4

Genesis 40:18-20

27) zijn drie

Zie boven, Gen. 40:12.

Ge 40.12
28) Farao

Jozef gebruikt hier wel dezelfde woorden, die hij vs. 13, Gen. 40:13, gebruikt heeft, maar in een anderen zin, gelijk blijkt uit de bijgevoegde woorden van u op, welke te kennen geven dat de opperbakker in het overzien der officieren wel mede in rekening zou komen, maar aldus, dat hem zijn officie afgenomen zou worden.

Ge 40.13,13

29) hangen,

Dat is, doen hangen, en zo Gen. 40:22. Anders, opheffen; dat van u wegnemen.

Ge 40.22
30) van Farao's

Hebr. toen Farao geboren was.

31) dat hij voor

Zie van soortgelijke maaltijd Matth. 14:6.

Mt 14.6
Copyright information for DutKant