Genesis 41:43

57) tweeden wagen,

De tweede naast den eerste, die van den koning was; tot een teken dat hij naast den koning boven alle heren des lands verheven was; Esth. 10:3.

Es 10.3

58) Knielt.

Sommigen leggen het woord Abrech uit: tedere vader. Tedere, vanwege zijn jonkheid, en vader, vanwege zijn ambt; gelijk de heren des lands worden genoemd vaders des vaderlands.

1 Kings 1:33

44) uws heren,

Dat is, mijn knechten, die mij tot nu toe getrouwelijk gediend hebben. Anders, uwer heren, in het getal van velen; dat is, mijn en Salomo's knechten. Versta door dezen des konings trawanten, lijfwacht, en die in den oorlog rondom zijn persoon vochten.

45) rijden op de muilezelin,

Dit was een teken der koninklijke waardigheid en eer, tot welke de koning iemand verheffen wilde. Vergelijk Gen. 41:43; Esth. 6:8.

Ge 41.43 Es 6.8

46) Gihon.

De naam van een fontein, vloeiende aan de westzijde van den berg Zion, 2 Kron. 32:30, en is te onderscheiden van een rivier van het paradijs, ook zo genoemd, Gen. 2:13.

2Ch 32.30 Ge 2.13
Copyright information for DutKant