Genesis 45:22
36) wisselklederen; Hebr. wisseling, of, verandering van klederen; dat is, zodanige als zij niet dagelijks gebruikten; hoedanige grote heren anderen plachten te geven tot verering of vergelding; Richt. 14:12,19; 2 Kon. 5:5. Jud 14.12,19 2Ki 5.5 37) zilverlingen, Zie boven, Gen. 20:16. Ge 20.16
Copyright information for
DutKant