Genesis 5:4-5

8) jaren en dertig jaren;

Het woordje jaar wordt hier tweemalen gesteld naar de Hebr. manier; maar hierna wordt het ‚‚nmaal, om de eigenschap onzer Nederduitse taal, nagelaten.

Genesis 11:32

Job 14:1

1) kort van dagen,

Dat is, heeft een kort leven. Alzo is langheid van dagen een lang leven. Zie Spreuk. 3:2, en de aantekening.

Pr 3.2

2) onrust.

Hebreeuws, beroering; dat is, vol van beroering, woeling, verdriet en kwelling, die hem doorgaans overkomen vanwege de ellenden dezes levens; vergelijk Pred. 2:23. Zie gelijke manier van spreken boven, Job 7:4, en de aantekening.

Ec 2.23 Job 7.4

Job 29:2

2) Och,

Hebreeuws, wie zal mij geven te zijn, enz. Zie boven, Job 6:8.

Job 6.8

3) in de dagen,

Dat is, in den vorigen tijd mijns levens. Vergelijk boven, Job 14:5, en zie de aantekening.

Job 14.5
Copyright information for DutKant