Genesis 50:21

43) sprak naar hun

Zie boven, Gen. 34:3.

Ge 34.3

Judges 19:3

8) naar haar hart te spreken,

Of, tot, op, aan haar hart te spreken; dat is, om met lieflijke redenen, die haar hart mochten raken, tot bekering en wederkomst haar te bewegen, willende liever met haar verzoenen dan haar verlaten, indien het doenlijk ware; zie van deze manier van spreken Gen. 34:3.

Ge 34.3

9) zij bracht hem in het huis haars vaders.

Zijn bijwijf.

Isaiah 40:2

3) Spreekt

Te weten ten tijde der verschijning van Christus in het vlees.

4) naar het hart

Dat is, vriendelijk en troostelijk. Zie Gen. 34:3.

Ge 34.3

5) van Jeruzalem,

Dat is, van de burgers te Jeruzalem en de kerk Gods in het algemeen.

6) roept haar toe,

Of, predikt haar.

7) haar strijd

Aldus noemt hij allerlei ellende en zwarigheid, waarmede zij te strijden hadden gehad, toen God hem met dezelve bezocht had; in het bijzonder kan men hieronder verstaan de zware oorlogen, waarmede het Joodse volk v¢¢r de tijden van Christus is bezocht geweest; en versta wijders inzonderheid de vijandschap tussen God en ons, die door Christus den Middelaar is weggenomen. Anders: hun gezetten tijd. Zie de aantekening Job 7:1.

Job 7.1

8) ongerechtigheid

Dat is, al hunne zonden.

9) verzoend is,

Hebreeuws, aangenaam, of welgevallig is geworden; namelijk God den Heere; dat is de boetvaardige zondaars zijn in genade ontvangen door de voldoening van onzen Heere Christus en de vergeving hunner zonden. Vergelijk boven Jes. 27:9.

Isa 27.9

10) dat zij van de hand

Of, want zij heeft van, enz. Als God zijn volk kastijdt, en dat dan hetzelve zich onder zijn slaande hand verootmoedigt, zo worden terstond de ingewanden zijner barmhartigheid [gelijk de Schriftuur menselijk van God spreekt] over hetzelve beroerd, en het berouwt Hem dat Hij hen hard geslagen heeft; zie Jer. 16:18.

Jer 16.18

11) dubbel

Dat is, overvloedig genoeg; vergelijk Jer. 16:18, en Jer. 17:18, ook onder Jes. 61:7.

Jer 16.18 17.18 Isa 61.7

Hosea 2:14

36) En Ik zal haar geven

Dit zijn geestelijke beloften van het genadeverbond, gegrond in den enigen Verlosser, Middelaar en Messias, onzen Heere Jezus Christus, in wien wij door het geloof uit loutere genade vrede hebben met God, gerustheid der conscientie, een zekere toevlucht, een zalige bescherming, overvloed van alle geestelijke gaven, met een bestendigen troost, en in het geheel de gewisse genade van dit en de eeuwige heerlijkheid van het toekomende leven. Dit is de inhoud van de volgende verzen van Hos. 2, onder lichamelijke beloften, naar den stijl van het Oude Testament, behorende tot de algemene kerk der Joden en heidenen. Vergelijk Jes. 65:9, en onder Hos. 12:10.

Isa 65.9 Ho 12.9

37) van daar af,

Van de woestijn af, als zij die zullen doorgegaan zijn, dat is hun voorgaand lijden een einde zal nemen; gelijk ten tijde als zij de woestijn doorgegaan zijnde, eerst voor den mond van Kana„n kwamen, enz.

38) Achor,

Zie van dit dal Joz. 7:24,26; het was gelegen vooraan in het beloofde land bij de stad Jericho, en alzo ene deur der hoop, of verwachting, dat God zijn volk, door Jozua tot daartoe gebracht hebbende, voorts zijne beloften zou volvoeren en hen in volkomen bezit van Kana„n stellen; gelijk de gelovigen in deze vallei van het kruis, door de genade van den Heere Christus, een beginsel van het eeuwige leven en een open deur hebben van de levende hoop van het volkomen bezit der eeuwige heerlijkheid. Zie Hebr. 6:18,19,20, enz., en vergelijk Jes. 65:10.

Jos 7.24,26 Heb 6.18,19,20 Isa 65.10
Copyright information for DutKant