Gen 50:9, 1Ki 1:5, 10:26, Isa 37:24 | DutKant | STEP | 18) zwaar heir. Dat is, groot in menigte. Aldus wordt een zwaar volk genoemd, Num. 20:20, en 1 Kon. 3:9, hetwelk uitgelegd wordt een groot volk; 2 Kron. 1:10. Zie ook 1 Kon. 10:2, en 2 Kon. 6:14.

Genesis 50:9

18) zwaar heir.

Dat is, groot in menigte. Aldus wordt een zwaar volk genoemd, Num. 20:20, en 1 Kon. 3:9, hetwelk uitgelegd wordt een groot volk; 2 Kron. 1:10. Zie ook 1 Kon. 10:2, en 2 Kon. 6:14.

Nu 20.20 1Ki 3.9 2Ch 1.10 1Ki 10.2 2Ki 6.14

1 Kings 1:5

9) Adonia

Die nu de oudste was van Davids zonen. Want Amnon en Absalom waren dood, gelijk ook Chileab, zo men meent. Zie van deze 2 Sam. 3:3,4,5.

2Sa 3.3,4,5

10) Haggith,

Zie van deze ook 2 Sam. 3:4.

2Sa 3.4

11) hij bereidde zich

Om een koninklijk gevolg en trein te hebben; gelijk ook Absalom gedaan had, 2 Sam. 15:1. Vergelijk onder, de aantekeningen op 1 Kon. 14:27.?

2Sa 15.1 1Ki 14.27

1 Kings 10:26

43) bij den koning

Dat is, bij hem. Vergelijk boven, 1 Kon. 10:13.

1Ki 10.13

Isaiah 37:24

30) uwer dienstknechten

2 Kon. 19:23 staat: Uwer boden.

2Ki 19.23