Genesis 7:13

21) op

Hebr. in, of, op het been, of het wezen van dien dag, alzo onder 17:26. Zie Ezech. 2:3.

Ge 17.26 Eze 2.3

22) Jafeth,

Hebr. Jepheth.

Genesis 17:26

43) op dezen

Op welken God Abraham het bevel der besnijdenis heeft gegeven, zodat hij geen uitstel heeft genomen. Verg. boven vs. 23.

Ge 17.23

Leviticus 23:14

17) geen brood,

De zin is dat zij gans niet van de nieuwe vruchten smaken noch nuttigen mochten, dan wanneer zij de eerstelingen daarvan Gode zouden geofferd hebben, hetwelk geschieden moest op den dag tevoren gemeld, Lev. 23:11.

Le 23.11

Ezekiel 24:2

3) schrijf u den naam van den dag op,

Ter gedachtenis, om vergeleken te worden met de uitkomst, waarvan te zien is 2 Kon. 25:1; Jer. 52:4. Die was omtrent twee jaren v¢¢r het innemen en verwoesten van Jeruzalem, waarvan hier geprofeteerd wordt.

2Ki 25.1 Jer 52.4

4) even van dezen zelfden dag;

Hebreeuws, de kracht, of het been des daags, dat is, het wezen des daags, en [gelijk wij zeggen] even, of juist dienzelfden dag. Zie boven Ezech. 2:3, met de aantekening.

Eze 2.3

5) legt zich voor Jeruzalem,

Of, is genaderd, heeft zich vervoegd. Het Hebreeuwse woord wordt veel gebruikt voor leunen, steunen, ondersteunen, idem van het opleggen der handen, hetwelk alles met enige samenvoeging, genaking, of nadering geschiedt; en in zake van belegering zeggen wij, voor ene stad liggen, zich daarvoor leggen, enz.

Ezekiel 40:1

1) wegvoering,

Met den koning Jojachin; zie boven Ezech. 1:2, en Ezech. 24:1, en Ezech. 33:21.

Eze 1.2 24.1 33.21

2) begin des jaars,

Hebreeuws, het hoofd des jaars; dat de Joden houden voor het begin van het burgerlijke jaar. Anderen verstaan het van het kerkelijke jaar.

3) maand,

Versta, de eerste maand.

4) stad

Jeruzalem. Zie boven Ezech. 33:21, en Ezech. 24:1,2, met de aantekening aldaar.

Eze 33.21 24.1,2

5) even op dienzelfden dag,

Zie boven Ezech. 2:3, en Ezech. 24:2, met de aantekening. Hebreeuws, in het been, of in de kracht des daags.

Eze 2.3 24.2

6) hand des HEEREN op mij,

Zie boven Ezech. 1:3.

Eze 1.3

7) derwaarts.

Te weten in het land Isra‰l; versta in een gezicht, gelijk volgt.

Copyright information for DutKant