Hebrews 7:11
26) de volkomenheid Of heiligmaking; namelijk niet alleen de uitwendige naar het vlees, maar ook de inwendige naar den geest, en die voor God bestaat; waaronder ook de ware verzoening met God wordt begrepen. Zie Hebr. 10:14. Heb 10.14 27) (want onder hetzelve Of nevens; dat is, met de instelling van hetzelve priesterschap. Anderen zetten het over van over of hetzelve; namelijk Levietisch priesterschap heeft het volk Israls de wet door Mozes ontvangen, dat is, heeft God door Mozes het volk Israls aan de wet van het Levietisch priesterschap en zijn gehelen dienst verbonden, zo dat het volk in zijn heiligmaking den dienst en het beleid des priesterschaps alleen moest gebruiken. 28) de wet ontvangen), Sommigen nemen dit alleen van de wet der priesterlijke bediening en der ceremonin, die aan het Levietische priesterschap verbonden waren, gelijk ook hierna Hebr. 7:12. Anderen nemen het breder voor de gehele wet van Mozes, zo der zeden als der ceremonin, omdat God het priesterschap onder de Levieten heeft ingesteld, opdat zij bewaarders, uitleggers en bedienaars zouden zijn dezer wet. Zie Hagg. 2:12; Mal. 2;6,7. Heb 7.12 Hag 2.11 29) een ander priester Namelijk gelijk God door David in Ps. 110 met eedzwering betuigt.Hebrews 7:18-19
40) de vernietiging Of afschaffing. 41) onprofijtelijkheids wil; Namelijk om daardoor naar den geest gereinigd te worden, gelijk de Joden in het gebruik daarvan hunne heiligheid en volmaaktheid zochten; hoewel deze ceremonin de oprechte Isralieten dienden, om daardoor tot Christus en zijn heiligmaking gebracht te worden, hetwelk een grote nuttigheid was, maar met de komst van Christus eindigde. 42) de wet heeft geen ding volmaakt, Namelijk de ceremonin, waarvan hij hier eigenlijk spreekt, noch ook zelfs de wet der zeden, omdat zij door het vlees daartoe onmachtig was, gelijk Paulus betuigt Rom. 8:3. Ro 8.3 43) de aanleiding van een beter hoop, Of, invoering van een betere hoop; namelijk volmaakt alle dingen, waardoor de kracht van het Nieuwe Verbond en van het priesterschap van Christus wordt verstaan, welke een betere hoop genaamd wordt, omdat het de ware heiligmaking in ons krachtig teweeg brengt. Anderen zetten het over: maar was een aanleiding tot ene betere hoop; namelijk de wet zelf, die daarom ook een leidsman tot Christus genaamd wordt, Gal. 3:24. Doch de eigen betekenis van het Griekse woord epels goge vereist meer den eersten zin, daar het medebrengt een invoering of aanleiding van een zaak boven iets dat tevoren was. Ga 3.24 44) wij tot God genaken. Want door Christus en zijn priesterschap hebben wij een open toegang tot God zelf; Rom. 5:2. Ro 5.2
Copyright information for
DutKant